Mijn kind, Ik reis gedurig met je mee,
waar je ook gaat ben Ik altijd aan je zijde.
Is 't over land of varend over zee,
nooit zal Ik van je rechterzijde scheiden.
Richt je vertrouwend maar op Mijn kompas,
dat je de juiste richting aan zal geven.
Dat komt je zeker op de lange weg van pas,
om met Mij 't blijde einddoel na te streven.

Wees niet bevreesd de lange weg te gaan,
Ik leid je voort en zal voor 't kwaad behoeden.
Je zult 't beloofde land eens binnengaan,
dat je in de verten alreeds doet vermoeden.
Weet je in alles kind door Mij gesteund,
Ik zal je dan ook nimmermeer verlaten.
Je mag in moeiten altijd op Mijn arm geleund,
Ik schenk je hart de vreugd in hoge mate.

Jouw hand wordt door de Mijne steeds omvat,
zo kun je nimmer struikelen of vallen.
Wij trekken samen zo van stad tot stad,
bij thuiskomst zal de hoorn van vreugde schallen.
Verheug je maar op wat je eenmaal wacht,
op alles waar je nu nog van zult dromen.
Wanneer je veilig door Mij thuis gebracht,
voor eeuwig in het Vaderhuis mag komen.
Justus A. van Tricht

Nieuw ingezonden gedichten