Een gans vreet zich ongans
op zowat ieder rijk boerenveld.
Het kost de boer een hoop gewas
en de uitwerpselen zijn schier ongeteld.
 
Wie mensen heten zetten vallen,
gaan ze, nog als sport ook, afknallen,
willen van ganser harte ganzenborst eten.

Een gans, gevangen, in kooi opgesloten
om vet te mesten, die niet wil vreten,
kan zich echter verzekerd weten
van de ganzentrechter.
  
Gans op een te overvloedig gedekte dis,
als vulling voor kalkoen en in everzwijn,
moet goed vers en ook sappig vet zijn.
 
Voor foie gras, ofwel ganzenlever,
wacht zo een gans de eendenpers,
die nog niet zo slecht voor domme
eenden en ook domme ganzen is.
 
Maar ...
 
als dieren zouden kunnen bedenken:
"We worden opgediend en opgegeten,"
dan zouden mensen aandacht schenken
aan de vraag wie de domme hoenders zijn
die het dierenwelzijn bewust, in slaap gesust,
met derhalve een goed geweten en heel gerust
als het ze zo uitkomt in de hoek hebben gesmeten.
 
2008 - 2020 {jcomments off}