Dat mei op april volgt is niet uitzonderlijk,
maar hoe langer je leeft, hoe meer verwonderlijk
dat wat mei ons biedt toenemend tot je door kan dringen.
Vernam je de verandering in de wijze waarop vogels zingen?
 
Ze doen dat sowieso heel kundig,
maar in april wel érg uitbundig
als de nieuwe cyclus aanvangt
van het lente-vogelleven,
waar je naar verlangt.
 
Als de paartjes door hun vogelgeluid
tot elkaar gekomen zijn, bakens uitgezet,
nesten gebouwd met takjes en eieren gelegd,
dan sloven ze zich voor hun jonge kuikens uit.
 
Het komt nu eerder op stilte aan,
ongestoord voederen en acht slaan
op de vele soorten kapers op de kust,
want die laten de jongen niet met rust.
 
Voor dag en dauw reeds kwinkeleren,
in het donker, dat meer veiligheid biedt.
Evenzo na zonsondergang klinkt er een lied.
Door schade en schande heel vroeg uit de veren,
in het late uur uit hun dak gaan, dan de snaveltjes toe.
Morgen is er weer een dag; vogels worden vast óók moe.
 
Nu hoor ik beter wat die vogels me wilden vertellen.
“Kalm aan doen” leren, want ik kreeg wat meer te stellen
met een lijfje dat me zegt dat een nieuwe meimaand beleven
iemand “niet zomaar”, noch “vanzelfsprekend” wordt gegeven.