Ontelbaar zijn ze...
de graven van de soldaten
in Oekraïne, in Rusland...

Zij liggen, ergens verborgen,
ergens verloren,
op kerkhoven, plots te klein.

Zij waren de man, de broer
of vader van wie achterbleef...
Zij waren dapper in een strijd,
die genadeloos was.

De laatste morgen van hun leven
verstarde hun lichaam
en hun ziel bleef dwalen
door het puin...

Maria bezocht hun graven,
kuilen in het bos,
omgewoelde aarde...
Zij bad en weende mee
met wie hun graf kon graven
in de koude kerkhoven.

En dan kwam de nacht...
Éen stille Schaduw  bedekte
de ruïnes, de graven,
de zovele verlaten plekken,
waar de dood woonde.

De Heer omarmde er zacht
de zielen, die er op Hem wachtten,
en leidde hen naar het Paradijs.

* geïnspireerd door In Paradisum
uit het Requiem van Fauré.