Je koestert ieder dingetje
elk potje, elke prul
jij ziet er iets bijzonders in
je dweept zelfs met dat spul
zo draag je de herinnering
aan tijden van voorheen
al jaren mee de toekomst in
het houdt jouw hart bijeen.

Je kunt zo moeilijk afstand doen
elk voorwerp is speciaal
het spreekt weer van die mooie tijd
weerspiegelt een verhaal
heel vurig en nog levendig
beschrijf jij die persoon
die jou zo lief en dierbaar was
je praat op warme toon.

Nu stop je ieder dingetje
-je weet wel dat het moet-
daar in die grijze vuilniszak
al voelt dat niet zo goed
er komt een nieuwe toekomst aan
het afscheid valt je zwaar
toch ruim je het verleden op
een nieuwe tijd staat klaar.

Met in jou de herinnering
-vergeten doe je niet-
weet jij jezelf afhankelijk
van God in jouw verdriet
een fluistering van hoop weerklinkt
al voel jij je soms moe
je weet dat Hij jouw hart vertroost
dus ga je naar Hem toe.