Als ik dorstig ben en moe
ga ik naar Gods beekjes toe,
vol verrukkelijke gaven
die verfrissen en die laven.

De stad van God wordt zeer verblijd
door het water dat bevrijdt,
verzadigd door Uw overvloed
doet het al Uw kinderen goed.

En Gods meetsnoeren zijn voor mij
in lieflijke plaatsen dat maakt mij blij,
ja een prachtige erfenis is mijn bezit
zuiver en schoon als sneeuw zo wit.

Mijn levenspad maakt U bekend
overvloed van blijdschap is wat U zendt,
lieflijkheden zijn in Uw rechterhand
voor eeuwig en altijd in Uw Vaderland!

Psalm 36:9
Psalm 16:6,11