We kunnen dansen,
springen, rennen,
bewegen en werken,
komen en gaan.

En als dat niet meer kan,
wat dan?

We kunnen horen,
zien en spreken.
We kunnen vragen stellen
en naar de zin der dingen
zoeken.

En als dat niet meer kan,
wat dan?

We kunnen wenen, lachen
en vloeken.
We kunnen voelen, denken
en dromen.

En als we denken
dat niets meer kan,
wat dan?

Laten we niet wegzinken
in zwartgalligheid
en verzuipen in treurnis.
En onze medemens 
tot therapeut bevorderen...

Maar laten we bidden
en liefhebben.