In vlammend vuur met pek bekleed
door schroeiende vlaktes van dood
vervloekt uit afkeer door leven
met helse pijn naar afgrond gedreven
van brandend zwavel en gloeiend lood.

Klinkt daar Zijn stem;
"O Vader wat heb Ik misdaan,
waarom eist U Mijn leven?
Toch zal Ik bereidwillig Uw wegen gaan,
Uw volk en wereld ten zegen!"

Zie zo bent U gepijnigd ook voor mij
daalde ter dodenrijk neder
dank, U overwon en kocht ons vrij
sloot achter U de hellepoort
rees uit de dood ten derde dage weder.