U zoek ik, uw genade,
juist als ik niet kan leven,
gelaagd als ik ben in de ban
Van schuld en macht.


Als alles wegzinkt onder mij,
Blijf ik  U vertrouwen.
In U is rust:
wat kan ik zelf mij doen?


In deze wereld dreigt
onrust en geweld.
Ook mijn eigen hart
verlangt soms naar het kwaad.


U hebt geschreven mij -
als ik verdreven werd -
in het boek van het leven,
in de palm van Uw hand.


De vijand vlucht, vliedt heen,
keert op zijn schreden naar het dodenrijk.
Waneer U, God, mij stevig zet,
wat kan een mens mij doen?


Ik deed U mijn gelofte.
Nu wil ik die gestand doen.
U hebt mij immers het leven gegeven
U verlost mij van de dood.
Frans den Harder