God heb ik lief, want God luistert naar mij.
Ik zal mijn hele leven bidden.
Ik was bang, doodsbang.
Ik had pijn.
Tot ik bad en God, ja God, om hulp vroeg.
God is eerlijk en vol vergeving.
Een God die medelijden heeft,
een God die wil helpen.
Hij zorgt voor de eenvoudige mensen.
Ik kon niets meer, Gód redde mij.

Ik zei tegen mezelf:
Word weer rustig van binnen. God heeft je geholpen.
Ja God, U heeft mijn leven gered,
mijn tranen gedroogd.
ervoor gezorgd dat ik niet meer de verkeerde keuzes maak.

Ik mag er zijn, God ziet mij.

Ik bleef God vertrouwen ook al was ik diep ongelukkig.

Te snel dacht ik dat alle mensen bedriegers waren.
Hoe kan ik God bedanken voor alles?

Ik zal laten zien dat ik God wil danken.
Zijn naam noemen.
Wat ik God heb beloofd zal ik ook doen, iedere gelovige moet het zien.

Het doet God pijn als Zijn trouwe mensen sterven.
Ach God, ik ben Uw arbeider, Uw arbeider. De zoon van een moeder die U ook trouw is.
U heeft mij vrij gemaakt.

U wil ik danken.
God zal ik om hulp vragen.
En wat ik heb beloofd zal ik ook doen, iedere gelovige moet het zien.
Daar waar David de Ark van het verbond heeft geplaatst, middenin Jeruzalem.

Halleluja!