Ik lig met een betraand gelaat
op het kussen van mijn onvermogen
te geloven wat er werkelijk staat
dat ik geliefd ben in Gods ogen,
zonder inspanning van mijn kant,
zonder mijn vermeende goede werken.

Hij heeft Zijn hart aan mij verpand
om mijn zwakheid te versterken.
Want waar ik zwak ben is Hij krachtig
Waar ik verlies wint Hij in eeuwigheid.
Zijn genade is zo groot en oppermachtig.
Het brengt een einde aan mijn strijd.

Ik lig met een betraand gelaat
op het kussen van mijn lofgezangen.
Ik geloof weer wat er werkelijk staat.
Geliefd heb ik Gods hart ontvangen.