Eenmaal aangekomen in Bethlehem
Waar geen plaats meer te vinden is
Moet zij al geboorte geven aan Hem
Die reeds lang door God gekozen is

In een stal vindt ze nog net onderdak
Haar gemoed is bezwaard met leed
Want enkel een schamele voederbak
Staat daar voor haar lief Kind gereed

Dat ze Hem niets mooiers kan geven
Dan een kale beestenstal als woning
Doet haar even van schaamte beven
Voor de Godszoon beloofd als Koning

Maar zie dan toch, haar Kindje lacht
Opeens voelt ze geen wroeging meer
Ze weet nu dat God dit heeft bedacht
Hij de jùiste plek koos voor de Heer

In haar hart heerst vredigheid weer
Gods Zoon is geboren deze nacht !
Daar knielt Jozef ook bij Hem neer
Vol liefde bidden ze voor Hem zacht

Van geluk laat ze haar tranen gaan
De moeder van Hem te mogen zijn
Hij die de mens zal helpen opstaan
Die een lichtend voorbeeld zal zijn

Ze heeft Hem toch zo lief, haar Zoon
Zie Hem vredig slapen in haar armen
Op Zijn hoofd ziet ze reeds een kroon
De Koning van de rijken en de armen

Door engelen horen herders er van
Ze zingen blij voor het Kindeke klein
Enkel zij passen aldaar in Gods plan
Hij wenst eenvoud voor Hem zo rein...