Langzaamaan komen de de donkere dagen
en verdrijven stil het late licht.
Bomen hoor je kreunend klagen:
'De winter komt in zicht.'
Bladeren vallen neer vol kleuren,
zo voortgedragen door de wind.
De herfst toont aan: Het gaat gebeuren, 
ook als je het niet prettig vindt.

Zo kruipt de tijd de dagen verder,
het lijkt wel of we er in gevangen zijn.
Maar straks zingen van ster en herder,
en: 'Een kind geboren, arm en klein.'
Hoop in het duister van de tijden
houdt door de eeuwen nog haar kracht.
Dwars door duisternis en lijden
klonk er engelenzang in zwarte nacht.

't Kind dat in de kribbe werd gevonden
is 's werelds hoop waarop men wacht.
En de zoon door God gezonden
is het licht in 's werelds donk're nacht.
Al lijken tijden zwart en duister,
en vrede verder lijkt dan ooit tevoren,
weet: Het kind komt weer in alle luister.
Het is voor ons in Bethlehem geboren!