Zoals de sneeuw alles bedekt,
wat vuil, besmeurd is en bevlekt,
zo is het met ons leven.

In alles schieten wij tekort,
we weten goed waaraan het schort,
ten dode opgeschreven.

In onze plaats droeg Hij de straf,
die door Zijn dood ons 't leven gaf,
en alles kon vergeven.

Hij wast ons smetteloos en rein,
wij mogen altijd bij Hem zijn,
van straf geheel ontheven.

Door Hem wordt alles mooier mooi,
als witte sneeuw is onze tooi,
omkleed, met Hem omgeven.

Psalm 51:4,9 - Jesaja 1:18
1 Johannes 1:7