Tranen stromen over mijn gezicht
terwijl ik mijn ogen naar de hemel richt
ik vraag God om me te helpen
zodat de tranenstroom mag stelpen.

Elke dag de onzekerheid,
vallen, angsten, problemen met de tijd
het mat ons allebeide af
je lichaam gaat snel bergaf.

Je weet steeds weer minder
lichamelijk is er meer hinder
zo verloopt de aftakeling
het leven wordt voor je een kwelling.

De vaardigheden zijn verleerd
bij tegenspraak ben je bezeerd
je bent zo'n kwetsbare man
die nog maar heel weinig kan.

Je bent geliefd door God en mij
maar zelfs dat maakt je niet blij
de levensvreugde is vergleden
je verwacht niet veel van het heden.