Met de mantel der liefde bedekken,
je ogen op de ander gericht,
je in geloof naar God uitstrekken,
uitdelend aan je naaste Zijn Licht,
zo kun je als kind van God leven,
vertrouwend en bouwend op Hem.
Zo mag jij ook liefde gaan geven,
zo word jij Zijn hand en Zijn stem.

Hoe mooi schijn jij in Zijn nabijheid,
hoe mooi wordt die ander dan ook...
Soms voelt het als ongelijke strijd,
maar zelfs in de donkere rook
mag jij als het zout van de aarde
smaak geven aan iemands bestaan.
Het geeft jullie beiden veel waarde,
zeker als je voor Zijn troon komt te staan.

Wat jij nu doet in zorg voor de ander,
die mantel die je om haar heen slaat
heeft jou nu al voorgoed veranderd,
nu het op jouw bankrekening staat,
die jouw God in de hemel zelf bijhoudt,
valt jouw eigen leed ertegen weg.
Jouw loon is een plak waardevol goud
en... zo'n dankbaar hart is ook terecht...