Nu ik veel vergeet hoe en waar,
neemt zij me alles uit handen,
staat ze welwillend voor me klaar,
is ze mijn hoofd en mijn handen.

Af en aan vliegend als een bij,
zie ik haar altijd goed geluimd.
Zij geeft ontzaglijk veel om mij,
geen ogenblik heeft ze verzuimd.

Zij is mijn kleedster en kapper,
brengt met mij door kostbare tijd,
lieve vrouw, zo trouw en dapper,
in zorgzaamheid zo toegewijd.

Traag gaat alles aan mij voorbij,
het zal nooit meer worden als toen,
maar als ze zich buigt over mij,
voel ik haar liefde net als toen.

Ik vraag de Heer iedere nacht
of Hij haar Zijn troost wil geven.
Ik huil om ons in stilte zacht :
"Dank U voor haar in mijn leven".