God, hoor mij aan,
wil met mij gaan.
Mijn hart legt alle zorgen
nu in Uw hand
want van Uw kant
alleen ben ik geborgen.

Al wat ik zie,
de daden die
mij volgen als mijn zonden,
hef ik omhoog
en in Uw oog
ben ik opnieuw gevonden.

Nu mag ik gaan,
in ’t leven staan,
bij U ben ik herboren.
U spreekt het woord
dat ‘k heb gehoord:
U mag ik toebehoren.


Melodie Gezang 449 liedboek 1973