Te weten dat U neer zult dalen,
Om al Uw kind'ren op te halen,
Eeuwig wonend in Uw huis;
Komt er een eind aan al het lijden,
Oorlog, rampen, zware tijden.
Maar bij U vindt Uw kind zijn Thuis.
Strijd is dan voorgoed gestreden;
Tranen, pijn en nood: verleden!
Maar omringd door hemelingen,
de lofzang toe te zingen,
Zonder oorlog, zonder zorgen,
In Uw eeuwigheid geborgen.
Eens verwachten wij U, Heer.
Kom, o Heiland, spoedig wéér!