De stilte grijpt hen allen aan
hun Vriend, Gods Zoon is heengegaan
Hij die het goede altijd deed
voor hen die ware doodstrijd streed.

Het is volbracht, ze hoorden het
hun Heiland had hen vrij gezet
van zonden en van duisternis
toch voelen zij slechts droefenis.

Die stilte overvalt elkeen
daar staan ze nu, ontheemd, alleen
waarom, waarom, weerklinkt als vraag
een diep besef ontwaakt gestaag.

Terwijl men Hem de eer bewijst
bezwijkt de dood en Hij verrijst
vanuit de dood het leven in
Hij biedt uit liefde een begin.

Het graf is leeg, de dood voorbij
Ik leef, Ik leef, oh voel je vrij
blijf hier niet bij Mijn rustplaats staan
doorbreek de stilte, weg die traan.

Het graf is leeg, sta op, herleef
Ik ben het die het leven geeft
ga uit, ga uit, naar waar Ik zend   
opdat elkeen bevrijding kent.