Ik hoorde een zacht ruisen,
als van een stille wind,
het was een fluisterend suizen:
"dit is Mijn Geest, Mijn kind!"

En witte duiven vlogen
hoog in de lucht, zo blauw
en Gods Geest vol mededogen,
kwam neer als frisse dauw!

Hij verkwikte er mijn ziel
- zo lam geslagen dof-
en zegeningen vielen
uit Gods Tuin en Hof!

En weer hoorde ik het suizen,
-ik herinnerde het meteen-
het was een Goddelijk ruisen,
Gods Geest ging door mij heen!