Vijftig dagen na Pasen,
zaten ze daar in Jerusalem
de leerlingen van Jezus.
Gods Geest was bij hen.
Het leek alsof er ook een harde wind waaide.
Gods adem vulde hun huis.

Rode vuurtongen sierden hun hoofden.
Lieten hen spreken in vreemde talen en
Petrus riep : bekeer je.

Mensen namen afscheid
van angst en kozen voor de liefde.
Gods liefde,
geborgen, uitgestrooid in de harten van mensen en verzegeld
in kostbare wijze woorden voor iedereen.
De blijde boodschap.

Waar de Geest van God is, is vrijheid.
Sterren schitteren aan de hemel
als deze wind ons raakt, en
als we anders gaan leven.
Laat maar waaien die wind.