Waai om ons als een sterke wind
en laat ons vrede vinden
want aan Uw hand, o God, als kind
zijn wij Uw hartsbeminden.
U roept ons aan: ‘Geef Mij je hand,
Ik zal je verder leiden.
Kom mee, sta niet meer aan de kant,
wil toch Mijn  kracht verbeiden.’

Stroom door ons met Uw warme vuur
dat kilheid laat verdwijnen.
Wees met ons, wees er ieder uur,
laat Uw licht voor ons schijnen.
‘Vervul je met Mijn heil’ge gloed,
wil je toch overgeven.
Ik geef de zekerheid, de moed
uit dit geloof te leven.’

Verhef voor ons, o Geest, Uw stem
en spreek in alle talen.
Leg in ons hart de kracht van Hem
opdat wij niet verdwalen.
‘Ik ben dichtbij, de Zoon van God
en roep je: kom tot leven!
Ik troost je met dit heilig lot:
Ik heb Mijzelf gegeven!’

Wij vragen: ‘Vader, Zoon en Geest:
kom in ons leven binnen.
U bent altijd getrouw geweest,
wil ons nu ook beminnen.’
God geeft aan ons het Heilig Woord,
wij bidden tot Hem samen:
‘U hebt ons vragen steeds gehoord,
wij zeggen dankbaar: ‘Amen!’’

Melodie: Gezang 231 Liedboek voor de kerken (1973)