Samen, dat is
samenwerken,
zwakken samen
met begenadigde,
competente sterken,
liefde geven en delen.

Geen gevechten.
Samenvlechten,
samenhechten.
Samen spelen,
samenkomen,
samenwonen,
samenkleven,
samenleven,
samengaan,
beluisteren,
verstaan.

Samen vieren kan
nu niet als gewoonlijk,
maar de blijde boodschap
blijft onder ons handbereik.

08.10.2016