Hoe kan je me zeggen dat je eenzaam bent,
het is iets dat je voor jezelf ontkent,
want, op de vlucht voor je eenzaamheid,
is het iets wat je jezelf niet bekent.

Hoe zou je kunnen zeggen dat je eenzaam bent,
want ik zie je steeds met mensen om je heen.
Je gaat naar feesten, school, werk en kerk,
hebt vrienden, familie, nooit zag ik je alleen.

Je hebt je God en durft niet te bekennen
dat je desondanks verloren loopt.
Je hebt je geloof en ook liefde,
maar niets waarop je hebt gehoopt.

In je ogen zie ik jouw eenzaamheid,
die je naar je keel vliegt en verscheurt,
je jouw plezier in het leven ontneemt,
ik zie aan je ogen dat je treurt.

Je wilt geen mensen om je heen
om bij in de buurt te zijn.
Je bent zo godvergeten alleen,
iedere nabijheid doet maar pijn.

Je wilt niet slechts bestaan, existeren,
léven wil je, betekenis, doel, zin definiëren
in saamhorigheid, echt delen, gemeenschap,
herkenning, begrip, geestverwantschap,
in elkaar grijpende handen, samen op pad.

Je verlangt dat alles echt, oprecht is,
authentiek, helder, transparant,
geen theater, geen façades,
geen oordeel, geen etiketten,
maar ontmoeting, open hand in hand,
ruimte voor een echt gesprek,
terwijl er nu, met verkrampte vuisten,
slechts discussie en gevecht is.
Wat je wenst is heus niet gek.

Wat je zoekt, dat is te vinden,
daar waar mensen zoeken naar elkaar,
die weet hebben van je vragen,
de eenzaamheid van het leven
zichzelf en elkaar hebben toegegeven
herkennend naar elkaar uitreiken,
weten van elkaar verrijken.

november 2004 {jcomments on}