Heere, het is toch wat,
in mijn leven met die lat,
ik vraag zoveel van mijn leven,
meer dan ik kan geven.
 
Waarom wil ik zo leven,
soms lukt het even,
maar dan ben ik weer uitgeblust,
en dan is rustig aan doen een must.
 
U neemt me zoals ik ben,
U die mij zo goed kent,
waarom ben ik hier beneden,
dan niet eens tevreden.
 
Waarom altijd een reuzenstap,
of meteen met een grote trap,
het moet altijd heel vlug,
en steeds val ik weer terug.
 
Dan huil ik van verdriet,
vraag me af, waarom toch niet,
diep van binnen in mijn hart,
weet ik, ik ga steeds zo hard.
 
Ik maak U geen verwijt,
maar ziet U hoe ik soms lijd,
dit is ook mijn eigen schuld,
maar geeft U mij de nodige geduld.
 
Ik heb nog een lange weg te gaan,
soms blijf ik even staan,
dan zit ik vol met vragen,
hoelang kan ik dit nog dragen.
 
Heere wilt U mij Uw hand geven,
met mij meegaan in dit leven,
ik wil U daarom vragen,
wilt U met mij meegaan alle dagen.