Niets kon het ruisen in mijn oren stoppen
en het geroezemoes van stemmen bleef
téveel, téveel, ik kon het niet verkroppen
en langzaam aan toen groeide ik zo scheef.

Wie kon die wereld diep in mij begrijpen
en zag de chaos in mijn wankel hart
wie kon die stomp geworden punt nog slijpen
en wie begreep hoe diep ik was verward...

Wie zag er dóór mijn goed verzorgd persoontje
een heel bang mensje, zo diep in elkaar
wie hoorde in mijn lied dat zware toontje
en voelde ook die dissonanten daar...

Zo lamgeslagen, angstig en geschonden
lag ik daar op de harde, koude grond
tot ik ineens de woorden had gevonden
alsof ik goud en dure parels vond

Die woorden waren uit Gods mond gekomen
die stem was zonder twijfel in mijn hart
Hij had ze rechtstreeks uit Zijn woord genomen:
'K sta voor, erachter en ook aan jouw start'.

O, amen Vader, U begrijpt mijn dwalen
en in mijn zoektocht ben ik niet alleen
U kent mijn hoogtes, ook mijn diepe dalen
Uw hand is op mij, U bent om mij heen.

Annemarie Verdoes