Het doet mij pijn,
als jij niet met mij mee wilt gaan;
alleen te zijn
in een getrouwd bestaan.

Ik koos voor God,
maar dat maakt jou niets minder waard.
Ik voel mij rot,
als jij drinkt en vloekt en slaat.

Is dit vriendschap;
voel jij nog wel iets voor mij?
Het voelt als klap,
als een dolksteek in mijn zij.

Helpt God mij nu;
heb ik iets aan mijn geloof?
Dit is het uur U;
wordt nu alles weggeroofd?

 Heer, help mij toch;
laat de vriendschap verder gaan!
Laat het bedrog
niet op de kinderen overslaan.

 Zij zijn mijn schat,
bron van liefde tussen jou en mij.
Het doet mij wat,
als ik zie hun soms zo diepe pijn.