Laat mijn geloof geworteld zijn
in de bron die Jezus heet,
geplant zijn bij de heilsfontijn,
met een prachtig bladeren kleed.

Geplant zijn aan de waterstromen,
stevig geworteld zijn in die grond,
die vrucht zal dragen als in mijn dromen,
die Gods wasdom ondervond.

Laat mij toch geen boom zijn,
waaraan geen vrucht te vinden is,
maar slechts uiterlijk vertoon,
met een mooie bladeren kroon.

Aan de vrucht zijn wij te kennen,
die wij geven op Zijn tijd,
geef mij die ontvangantenne,
voor tijd en eeuwigheid.