'k Roep U te hulp, weest Gij mijn Heer.
Als U er bent, 'k mij tot U keer,
schaft U mij raad, ben 'k niet geveld
door 's bozen strik en zijn geweld.

Ik weet dat niemand naar mij ziet,
bij mensen vind 'k mijn toevlucht niet.
Er is er geen die om mij geeft,
die met mijn vragen medelijden heeft.

Wilt U mij dan een schuilplaats geven?
Geef mij een plaats, houd mij in leven.
Hoor hoe ik roep: Help mij,
wees in mijn nood aan mij nabij.

Voer mij toch in bevrijd bestaan
dan mag 'k rechtvaardig verder gaan.