Ik stapte door
de woestijn,
een schrale wind
floot om mijn oren.

Ik voelde niets,
zelfs geen pijn.
Gewoon alleen zijn,
verder…niets.

En toen dat Licht
daar bij die bron,
waaruit ik alsmaar
tappen kon.

Ik voelde iets,
mijn hart werd zacht.
Of een vredesduif
me liefde bracht.

Ik bleef maar tappen
uit die bron.
’t Was Het Licht,
dat overwon.