O, wat een vree, die Jezus geeft,
die diepe rust van binnen.
Niet één, zoals de wereld heeft.
Hier moet het mee beginnen.
 
Mijn ziel, o wordt niet ongerust
maar wil hierop bezinnen:
word je van Gods gena bewust.
Gods vrede gaat het winnen.
 
Ik laat Hem in, die Vredevorst.
Hij vult mijn hele leven.
Het heil, waarnaar ik hunkerend dorst
wordt mij in Hem gegeven.
 
En alles kleurt Zijn harmonie
helend, als hemelbalsem.
0, daar waar ik op Jezus zie
verdwijnen stress en alsem.
 
Voor 't spanningsveld nu niet meer bang
begint mijn hart te zingen.
De Heer kleurt mijn zonsondergang
en nieuw zijn alle dingen.

(Joh. 14:27)