Tussen je herkomst en je toekomst,
ligt een onbekend tafereel.
Waarbinnen je de gezien je herkomst,
geen inzicht hebt van het geheel.

Binnen de muren van dit schouwspel,
zingen de gebekte vogels.
Alleen hun goden zijn in tel,
en zij belijden dit met kogels.

Kortstondig is het aardse leven,
waarin je tussen goed en kwaad,
je eigen wereld kunt beleven,
een keus voor liefde of het kwaad.

De goden zijn geruisloos stil,
omdat verwarring onrust brengt.
Wie is de mens van goede wil,
die tranen om een ander plengt.

De mens die opstaat om te delen,
de aardse schatten met elkaar.
De goden tot één God te helen,
die vrede brengt zonder gevaar.

De leerschool van het leven zegt,
respect te hebben voor wat leeft.
Wie daar geen waarde meer aan hecht,
heeft nooit geluisterd, nooit geleefd.
Anton van der Haar