Ik zal
je missen
maar jouw
tijd is gekomen.
Het moest zo zijn.

Weg zijn
die nachten
donker en stil
alleen jouw tranen
maakten wat geluid.

Er ligt nu
een vredige
blik op
jouw gezicht.
Je bent er al.

Nooit zal ik
er zijn zoveel
herinneringen
voor elke dag een.

Ik kijk
naar de kist
voor in de aula
rustig en vredig
lig jij te wachten.

Een aai
over de kist
dan ga je
voorgoed
naar God.

Dag, tot ziens.