Niet te stuiten dit nieuwe begin
de lenteprins werpt zijn banier vooruit
De winterse mars brokkelt af
ijzige voeten stampen vertwijfeld
Het prille voorjaar rilt
in doorschijnende glans

Bevroren ochtenden kijken verbaasd
naar uitbundig gekleurde kopjes
Overal in het veld ontspruiten ze
terwijl kale takken
met knoppen vol ongeduld
wachten op het groene sein
 
Een glimp van dageraad
zet de toon
voor een bevlogen snavelkoor
Een roep naar verwanten
die nog ongewis
veren poetsen in zuidelijke streken

Lege kamers vullen zich
het licht lengt zijn dagen
En elke natuur
ontvangt nieuwe kracht
uit Zijn scheppende hand

Nieuw ingezonden gedichten