Rimpels op haar
gevouwen handen,
een naar binnen
gerichte blik.
Woorden komen
geluidloos over haar lippen
op weg naar haar Schepper.
 
De plaats waar ik nu ben
geeft mij zoveel rust,
stof tot nadenken,
zodat ik bijna vergeet
dat het voor de ander
de laatste plek is
op deze aarde.
 
Voordat ik naar huis ga
streel ik de gerimpelde
handen, druk voorzichtig
een kus op haar broze wang.
 
Ze kijkt mij aan,
spreekt woorden
zonder geluid,
want zij kijkt naar mij,
maar spreekt met God.
Zij heeft nog zoveel
te vertellen en alleen
Hij hoort wat ze zegt.