Wie de hoogte kent van bergen
en de diepte van het dal,
wie het licht gezien heeft , doch ook
duisternissen bovenal,
wie eens glansrijk heeft gewonnen,
maar ook nederlagen leed,
die is met begrip voor and’ren
en ontferming overkleed.

Wie zijn strijd eens heeft gestreden
in een eindeloos gevecht,
wie een tweekamp met zichzelf toch
in zijn voordeel heeft beslecht,
wie geen kwaad met kwaad vergeldt en
niet in vuur en vlam ontsteekt,
die kan ergens woning maken,
waar hij ’t brood met and’ren breekt. 

Hoogte, diepte, licht en duister
vormen iemand elke dag,
zodat hij tot lichtend voorbeeld
voor een ander dienen mag.
Niet het theoretisch denken
maakt een mens tot zegensvat.
Dat is pas een echte helper,
die in stilte voor je bad.

Nieuw ingezonden gedichten