De avond is gevallen
we zijn aan boord gegaan
zitten
nog wat na
te dromen
over het koninkrijk
dat nog gaat komen.

Jezus is vermoeid
en is gaan slapen,
wij varen rustig voort
en fluisteren
nog wat na
over Zijn
gesproken woord.

Ineens trekt het
wolkendek
zich samen,
het maanlicht
wordt gedoofd
de wind niet meer
te remmen
de golven niet
te temmen
noodweer op het meer
en...
slapen doet de Heer.
 
Woeste golven
beuken
op ons
scheepje neer
angstig roepen
onze stemmen
“Waarom slaapt
U nog, o Heer”?

Zwoegend
strijdend
heen en weer
geslingerd
de wind die wakkert aan
angstig schreeuwen
onze stemmen
“Heer, wordt wakker
wij vergaan”.
 

“Ach, kinderen
wat is 't geloof
toch klein
de angsten groot
Ik was toch
in de boot
al was Ik moe
en had Ik van
de wind geen last
Ik was erbij
en hield
de riemen vast".

Dan staat Hij op
en geeft Hij Zijn bevelen
de angst verstomt
in onze kelen
de wind en wolken
luisteren naar Zijn wil
en...
het wordt heilig stil.


Wij knielen
in verwondering neer
en aanbidden
Hem als onze Heer.

 


Mattheus 8 : 23-27
De storm op het meer.

Nieuw ingezonden gedichten