God vraagt me te vergeven
maar ’t verdriet is nog te groot
want jij vernielde mijn leven
bracht me tot dichtbij mijn dood

ik wilde niet meer leven
door angst en schaamtegevoel
jouw tastende handen bleven
die hadden maar één doel

ik noemde je mijn vader
wat jij ook had moeten zijn
maar jij kwam me te nader
en ik was nog maar zó klein

zonder mij kon je niet leven
maar een kind verliest zo’n strijd
door altijd te moeten geven
raakt ze haar onschuld kwijt

toen ontmoette ik een liefde
die mij uithuilen liet
die niet eiste en niet griefde
maar me steunde in mijn verdriet

Hij noemde zich mijn Vader
sloeg zijn armen om me heen
zei: niet bang zijn, kom maar nader
Ik laat jou niet meer alleen

Ik, de Vader van wezen
ken ook jouw stille pijn
je hoeft niet meer te vrezen
Ik zal er voor je zijn

Ik leer je ook vergeven
wacht maar op mijn tijd
jij mag het overgeven
het is nú mijn strijd 

Nieuw ingezonden gedichten