Ik zag een Burcht zo schoon zo heerlijk
Boven op een heuvel staan
Sterke muren, dikke stenen
Ja, daar wil ik binnen gaan

Ik begon de trappen te beklimmen
Zwaar en moeizaam was mijn pad
Totdat ik eind'lijk aangekomen
Zag dat er geen deur in zat

Ik begon de zijkant te bestijgen
En trok mijn nette kleding aan
Misschien was er een kledingcode
Om er in te kunnen gaan

Geen poort, geen deur, ik kwam niet verder
Ik werd boos, 't leek of alles niets vermag
Totdat mijn blik een brug ontdekte,
Een brug die ik niet eerder zag

Een Stem zei: kind doe maar geen moeite
Ik ben er en Ik zal er zijn
Ik heb voor jou een brug geslagen
Kom maar binnen, jij bent Mijn.

Nieuw ingezonden gedichten