Haar pijn is nu verdwenen
en gebeden zijn verhoord
Gods tijd was aangebroken
de engel in haar kamer
droeg haar naar Abrahams schoot
was menselijkerwijs gesproken
haar leven niet te kort
is vijf en zestig jaren
niet te vroeg nog voor de dood
hoe kun je God bevatten
als alles donker wordt

Zij heeft het wel geweten
en leefde het ons voor
ze keek alleen naar boven
ze stelde ook geen vragen
rotsvast was haar vertrouwen
beleed Zijn trouw en goedheid
zo bleef ze haar Here loven
hoe krachtig heeft haar God niet
door haar ‘het licht’ verspreid
geen schaduwen, geen donker
Licht, werd haar levenslied

Afscheid van zo’n zusje
geen woorden voor ’t verdriet
loslaten hier op aarde
hoe pijnlijk is dat niet
maar bij het afscheid zei ze:
ik mag het eerst naar Hem
dag, lieve, lieve zus
tot ziens, in ‘t nieuw Jeruzalem

 

 

 

 

 

Nieuw ingezonden gedichten