‘Ik zoek naar de ‘Weg van Vrede’,
maar ik ben (denk ik) verdwaald.
Ik zie steeds verwoeste steden
en ik zoek een ster die straalt.
Kijk, hier staat het opgeschreven:
‘Weg  van Vrede’, bij een veld
waar nog schapenherders leven.
Maar ik zie alleen geweld’.

‘U dacht dat u naar het licht ging,
maar dat is de and’re kant.
 U gaat nu de foute richting,
dat leidt naar een oorlogsland.
Dus draai om en ga dan verder,
dan komt u uit bij dat veld
Daar ziet u vast wel een herder,
die u daar de weg vertelt.

Het is nog wel een flink eind reizen,
maar de weg hier, die loopt dood.
Misschien ziet u wel drie wijzen.
Ja, die kans die is best groot.
Volg die mannen met geschenken,
zij zijn naar die ster op weg,
Ach, wat staat u nou te denken,
doe gewoon maar wat ik zeg’.

‘Dank u wel, voor uw adviezen,
al uw hulp vind ik heel fijn.
Nou, ik wil geen tijd verliezen,
want ik wil er graag snel zijn.
Ik wil naar de ‘Weg van Vrede’,
waar een wonder wezen zal.
Waar we licht en vrede delen,
met een Kindje in een stal’.

Nieuw ingezonden gedichten