Als ik wandel, wandel ik in morgen,
in de stilte van een kleurrijk bos.
Waan ik mij even zonder zorgen.
Ben ik even van alles los.
Als ik wandel, wandel ik in vrede
in een wereld die ook bestaat.
Kan ik even de toekomst betreden.
Zie ik even niet de straat

waar buren hun gelijk bevechten,
waar jongens schreeuwen naar elkaar,
waar meisjes met argeloze vlechten
het leven trekken uit hun haar.
Waar vrede zo ver is te zoeken.
Begint het niet bij huis en haard?
Waar wij zegenen, niet vervloeken
wordt toch iets van Hem bewaard?

Als ik wandel, wandel ik in leven
dat niet in mij zijn oorsprong vindt.
Geniet ik van wat mij is gegeven
in het komen van het Vredeskind.
Als ik wandel, wandel ik in hoop en
bid ik voor de wereld in mijn straat.
Durf ik toch verder te lopen.
Liefde wint het toch van haat.

Nieuw ingezonden gedichten