Ik dank U Jezus dat ik leven mag
voor de genade, die U mij steeds gaf.
En dat ik leven mag tot Uwe eer,
ik dank U voor het leven, lieve Heer.

Al ging mijn weg ook door een donker dal
en bitter weende, tranen zonder tal.
Mag ik nu leven met een blij gemoed
zingen : O Here God wat bent U goed.

Soms als de angst o Heer mij overvalt
de boze weer mijn leven binnenvalt.
Is daar Uw Zonneschijn, schijnt in mijn hart
en laat U zien o Heer, Uw Vaderhart.

Het leven is het leven waard, o Heer
tranen en leed zijn nu niet bitter meer.
De Heil’ge Geest die geeft mij moed en kracht
welzalig die het leven Heer, van U verwacht.

Ik heb het leven lief o Heer, mijn God
in Uwe handen ligt mijn levenslot.
Van U de kracht, de moed o lieve Heer
en levenslang ben ik niet eenzaam meer.

Melodie: LbvK 358 : 6
U wil ik danken grote Levensvorst