'Ik kom terug,' sprak Hij, 'Houd goede moed.
Jeruzalem, blijf mij als Heer verwachten.
Het is de vader die mij straks begroet
en wacht. Ik zal spoedig ''t gemis verzachten.

Ik geef juliie nu mijn laatste zegen mee,
voordat ik afscheid neem, voorgoed.
Tot de voleinding breng ik heil en vree.
Ik geef mijn Geest, houd goede moed.

Ik blijf er bij en zal er altijd zijn.
Al kent de tijd zijn donkere paden.
Ik ken de weg van angst en pijn.
Het pad van goeden en van kwaden.'

Elk die hem liefhad staarde in verwarring
nog naar de hemel, maar de wolk verhief.
Ze stonden daar als in verstarring,
hun meester weg, ze hadden hem zo lief.

Een engel sprak: 'Blijf nu Zijn trouw beminnen
die Hij volbracht heeft in Jeruzalem.
Met Zijn Geest zal er een nieuwe tijd beginnen.
Wees maar niet bang, maar wacht op Hem.

Eens zal een nieuwe dag gaan gloren
van vrede voor Gods land, Zijn stad.
En heel de wereld mag hem toe behoren.
Hij heeft oneindig ons steeds liefgehad.

Jeruzalm, o mooie stad van ons verwachten.
De koning komt voor wie in Hem gelooft.
Na zware tijden en soms bange nachten
komt Hij terug, het is ons echt beloofd.

Nieuw ingezonden gedichten