Als sneeuwklokjes zich laten zien,
het wilgenkatje pluizig kiemt.
komt ‘Lente’ naderbij.

Als bloesemblaadjes vallen gaan,
de kaarsen in de bomen staan,
is ‘Zomer’ onderweg.

Als ’t blozend blad aan takken pronkt,
de laatste roos ondeugend lonkt,
sluipt ‘Herfst’ ons tegemoet.

Als rijp het kaal geboomte siert,
de oostenwind vast feestjes viert
staat ‘Winter’ voor de deur.

Toen God de jaargetijden schiep,
hen alle vier bij name riep,
gaf Hij Zijn handelsmerk.

Genesis 8:22

Nieuw ingezonden gedichten