Lief klein kindje, ben je daar?
Ik voel nog niets, toch is het waar,
je hartje klopt diep in mijn schoot,
je bent piepklein, nog lang niet groot !

Lief klein kindje, ben je daar?
We horen nu al bij elkaar,
al helemaal ben ik vertrouwd
met jou, mijn kind, van wie ik houd !

Lief klein kindje, ben je daar?
Je bent voor ons van géén bezwaar,
wij hebben jou al reeds zó lief,
jij, onze kleine hartendief.

Lief, klein kindje, ben je daar?
Ik voel gefladder en ervaar
een blij verwachten, wij geloven:
elk nieuw leven komt van boven.

Lief, klein kindje ben je daar?
Ik weet, ik voel je, het is waar
dat ik je weldra mag ontvangen,
‘k ga ál meer naar jou verlangen.

Lief, klein kindje, ben je daar?
Ik tel nu af dat ik je baar,
o wonder dat je in mij groeit,
mijn leven staat door jou in bloei.

Lief, klein kindje, ben je daar?
Je wordt al groot, voor mij wat zwaar,
je handjes en je voetjes druk,
voor mij uitzonderlijk geluk.

Lief, klein kindje, ben je daar?
Je wiegje staat al weken klaar,
hartelijk welkom in ons huis,
hier is voor jou een veilig thuis.

Kindje lief, daar ben je dan.
Wat ben je mooi, zo gaaf als ’t kan,
ik ben verrukt, wat ben je zacht,
God heeft dit leven ons gebracht.

Psalm 139:13,14