Een slaapplaats onder ’t viaduct
geen plek meer om te wonen
je huis verkocht, de schulden groot
inwendig hoor je ‘t honen.

Je voelt de angst en eenzaamheid
de wanhoop baart je zorgen
want hoe zal het nog verdergaan
wat wacht jou in de morgen?

Zo zoek je wegen om te gaan
vindt deuren toegesloten
kent mensen met een prachtig huis
met weelde overgoten.

Ze zien jou lopen door de nacht
en weten van jouw falen
de tranen en onzekerheid
toch loop jij nu te dwalen.

Jouw dromen zijn zo wreed verstoord
je roept: Ik ben verloren
jouw wanhoopskreet stijgt in de nacht
zal iemand zien en horen?

O Vader God hoe kan het zijn
straks zal hij nog bezwijken
geen slaapplaats, geen geborgenheid
laat iemand hem bereiken.

Ook hij verdient een plaats op aard
ver weg van alle pijnen
verdriet, verlies, gebrokenheid
hoelang nog moet hij kwijnen?

U gaf een taak, gewoon aan mij
en God, ik moet belijden
dat ik ook faal en vaak niet weet
hoe ik hem kan bevrijden
van zijn last!
geef houvast!

Nieuw ingezonden gedichten