Elk nieuwjaar wensen wij vrede op aard,
elk nieuwjaar is de mens vol verwachting,
de tijd verstrijkt, dag na dag, jaar na jaar,
doch vrede maakt nog niet haar opwachting.

Vrede komt niet uit de hemel vallen,
als bij bliksemslag of door windvlagen.
Vrede komt niet slechts in noodgevallen,
ijlings door een witte duif gedragen.

Vrede komt niet door gezang of gepraat,
of door het tekenen van verdragen.
Vrede vlucht vlug weg van harten met haat,
die geen vergeving willen dragen.

Wij hoeven echt geen vrede te wensen,
't onophoudelijk aan God te vragen,
als wij niet voor eenieder 't goede wensen,
eigen verantwoording willen dragen.

Vrede begint in onze kleine kring,
met familie, buren, elke dag weer,
harmonie in onze leefomgeving,
daar komt uiteindelijk alles op neer.

Vrede gaat steeds van liefde vergezeld,
de beide lijfwachten van onze Heer.
Waar Hij ging, zij waren Zijn metgezel,
zuiverden met hun licht de atmosfeer.

Voor Hem ons hart open willen houden,
doet ons de liefde delen van de Heer,
die ons leert van een iéder te houden
voor de zo lang verwachte vredessfeer.

Elk nieuwjaar wensen wij vrede op aard,
elk nieuwjaar is de mens vol verwachting.
Is misschien tweeduizendachttien het jaar
dat vrede waarlijk maakt haar opwachting ?



















Nieuw ingezonden gedichten