Er is een bladzij omgeslagen
van het grote levensboek.
Geteld in uren en in dagen,
is het nu een open doek.
Het jaartal eeuwig afgeschreven,
voorgoed voorbij is deze tijd,
en al wat er is gebleven
is zicht op onze eeuwigheid.

De slagen klonken in de uren
als nieuwe pagina in zijn.
Gehuld in rook en vreugdevuren,
verbrand is onze strijd en pijn.
Uiteenspattend in stralen
schijnt het licht uit hemelbogen.
Het jaar openende in verhalen
van Gods trouw in onze ogen.

Een bladzij is weer omgeslagen
in 't boek van Gods oneindigheid.
Bid dat Hij ons nog wil dragen,
Is elke dag aan hem gewijd?
Aan zijn hand mogen we lopen
naar de eeuw'ge nieuwjaarsdag.
Dag van vieren en van hopen
op de laatste twaalf-uur-slag.

Nieuw ingezonden gedichten